Om Portugal beter bekend te maken, heeft het Europees bureau voor de statistiek op 1 december 2020 enkele gegevens vrijgegeven over het land dat van 1 januari tot 30 juni het halfjaarlijkse voorzitterschap van de Raad van de EU bekleedt.

Naast het op één na hoogste percentage afgestudeerde ingenieurs is Portugal de belangrijkste producent van fietsen in de EU, de grootste exporteur van olijven en heeft het de op drie na grootste vissersvloot (7.700 vaartuigen).

Het relatieve gewicht van Portugal in het EU-gebied is 2,2 procent (92.200 km2), de bevolking is 2,3 procent (tien miljoen inwoners) en het Bruto Binnenlands Product (BBP) is 1,5 procent.

De 'vertaling' van Portugal in cijfers laat ook zien dat het nationale 'per hoofd van de bevolking' BBP 20.740 euro bedraagt, 79 procent van het EU-gemiddelde ('31.160).

Nog steeds op economisch gebied heeft Portugal een gemiddelde jaarlijkse inflatie van 0,3 procent (EU 1,4 procent) en een investeringspercentage van 18,2 procent (EU 22,1 procent).

De belastingdruk, gemeten als belastinginkomsten als percentage van het BBP, is in Portugal ook lager (36,8 procent) dan het EU-gemiddelde (41,1 procent).

Portugal heeft een bevolkingsdichtheid van 113 personen per km2, meer dan de 109 in de EU, met een hoger percentage van de bevolking boven de 65 jaar (21,8 procent, vergeleken met 20,3 procent in de EU) en een lager percentage onder de 15 jaar (13,7 procent, vergeleken met 15,2 procent in de EU).

De jeugdwerkloosheid bedraagt 18,3 procent (EU 15,0 procent) en het risico op armoede of sociale uitsluiting bedraagt 21,6 procent (EU 20,9 procent), terwijl de arbeidsparticipatie van mannen 79,9 procent (EU 79,0 procent) en van vrouwen 72,7 procent (EU 67,3 procent) bedraagt.

Wat het onderwijs betreft, bedraagt het percentage van het hoger onderwijs, ondanks goede prestaties op het gebied van ingenieursopleidingen, 36,2 procent van de bevolking van 30 tot 34 jaar (EU 40,3 procent).

Voortijdig schoolverlaten betreft 10,6 procent van de bevolking van 18-24 jaar (EU 10,2 procent).

De uitgaven voor wetenschap en technologie bedragen 1,4 procent van het BBP (EU 2,19 procent) en het percentage van de bevolking dat werkzaam is in hightech- en medium-techindustrieën bedraagt 3,3 procent (EU 6,2 procent).

De uitstoot van broeikasgassen is in Portugal sinds 1990 met 18,9% gestegen, in tegenstelling tot het gemiddelde van de 27 EU landen, dat 20,74% lager is, maar Portugal heeft een meer dan gemiddelde bijdrage van hernieuwbare energie aan het eindverbruik (30,3% vergeleken met 18,9% in de EU).

De energieafhankelijkheid - het aandeel van de invoer in het energieverbruik - bedraagt in Portugal echter 75,6 procent (EU-gemiddelde van 58,2 procent).

"Tijd om te handelen: voor een eerlijk, groen en digitaal herstel" is het motto van het Portugese voorzitterschap van de EU, waarvan de belangrijkste doelstellingen een veerkrachtig, groen, digitaal, sociaal en mondiaal Europa zijn.