Het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector (OAS) heeft een verslag opgesteld over de consumptietrends van abonneetelevisiediensten op aanvraag ("Video on Demand" of VOD) in 2020 in de Europese Unie, waarin een verandering in de consumptie van audiovisuele inhoud wordt vastgesteld met de intrede van nieuwe exploitanten, zoals streamingplatforms.

Volgens de OAS zijn de drie meest relevante VOD-exploitanten op de Portugese markt Netflix (47 procent), AppleTV (21 procent) en Amazon (13 procent).

Met betrekking tot 2019 geeft het rapport ook aan dat 22 van elke 100 Portugese huishoudens toegang hadden tot ten minste één abonneetelevisiedienst; iets meer dan het gemiddelde van 18 van de 100 in de Europese Unie.

Ondanks deze indicator vertegenwoordigden de inkomsten uit VOD-diensten in Portugal in 2019 slechts 1,1 procent van de totale nationale audiovisuele markt, waarmee Portugal op de laatste plaats komt, in een "ranking" die wordt aangevoerd door Denemarken, met 14,8 procent.

In het algemeen blijkt uit het verslag dat die diensten van nieuwkomers in de Europese ruimte in 2020 11,6 miljard euro aan inkomsten hebben gegenereerd, zo'n 30 keer meer dan in 2010, het jaar waarin 388,8 miljoen euro aan inkomsten werd gegenereerd.

Van alle nieuwe exploitanten die in Europa actief zijn, voerde Netflix in 2020 de markt aan, met 5,3 miljard euro aan inkomsten en 54,4 miljoen abonnees in 28 landen, gevolgd door Amazon Prime Video met 910 miljoen euro aan inkomsten en 29 miljoen abonnees.

De gegevens zijn bekendgemaakt op een moment dat de Europese Unie bezig is met een wetswijziging op audiovisueel gebied om het aanbod van audiovisuele mediadiensten, waaronder betaaltelevisiekanalen, platforms voor het delen van video's, zoals Youtube, en audiovisuele diensten op aanvraag, in alle lidstaten te standaardiseren en te reguleren.

In Portugal bepaalt de wetgeving, die deze maand in werking treedt, maar nog niet is gereglementeerd, bijvoorbeeld dat deze exploitanten "een jaarlijkse bijdrage moeten betalen die overeenkomt met 1 procent van het bedrag van de relevante inkomsten van deze exploitanten".

De opbrengst van de inning van deze nieuwe heffing komt ten goede aan het Instituto do Cinema e Audiovisual (ICA). Indien het niet mogelijk is de waarde van de relevante inkomsten van deze exploitanten te bepalen, "wordt ervan uitgegaan dat de jaarlijkse vergoeding 1 miljoen euro bedraagt".