De maatregel vloeit voort uit de gezamenlijke richtsnoeren voor het programma voor laboratoriumonderzoek naar SARS-COV-2 in kinderdagverblijven en onderwijs- en opleidingsinstellingen en uit de goedkeuring van de uitgaven voor het testen van studenten en onderwijzend en niet-onderwijzend personeel op Covid-19, die zondag door de Raad van Ministers is goedgekeurd.

Volgens een gezamenlijke verklaring van de ministeries van Onderwijs, Arbeid en Solidariteit en Sociale Zekerheid is het testproces in scholen eind januari van start gegaan, "waardoor reeds meer dan 64.000 tests konden worden uitgevoerd, ondanks de overgang naar thuisonderwijs".

"Als gevolg van de afstemming met de verschillende entiteiten die bij de testoperatie betrokken zijn en die in dit hele proces ondubbelzinnige partners zijn gebleken, voeren de genoemde ministeries een operatie uit waarbij het mogelijk is een groot aantal tests uit te voeren", voegt hij eraan toe.

De regering benadrukt ook dat het Directoraat-generaal Volksgezondheid (DGS) van mening is dat het gebruik van periodieke snelle tests een aanvullende maatregel is op maatregelen ter voorkoming van besmetting, zoals afstand houden, het gebruik van een masker, ventilatie van ruimten of maatregelen op het gebied van hygiëne en ademhalingsetiquette, "die gericht zijn op een veiliger hervatting van de onderwijs- en opvoedingsactiviteiten in de klas".