In een verslag over de praktijken op het gebied van de mensenrechten in Portugal is het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken van mening dat het land de wet die alle vormen van dwangarbeid verbiedt doeltreffend heeft gehandhaafd, maar het benadrukt dat de straffen voor deze misdrijven "niet in verhouding staan tot die voor andere ernstige misdrijven".

Het rapport waarschuwt het maatschappelijk middenveld ook voor "de noodzaak om het toezicht op en de regulering van uitzendbureaus te versterken".

De staatsmiddelen voor de preventie van dwangarbeid, met inbegrip van inspecties, en voor rechtshandhaving "blijven ontoereikend", aldus het rapport, dat eraan toevoegt dat degenen die voor dergelijke misdrijven zijn veroordeeld "er vaak in slagen de gevangenis te ontlopen, waardoor de inspanningen op het gebied van rechtshandhaving en slachtofferbescherming worden ondermijnd", waarbij wordt verwezen naar rapporten van niet-gouvernementele organisaties en de media.

Volgens gegevens van het Waarnemingscentrum voor mensenhandel worden slachtoffers van mensenhandel van buitenlandse nationaliteit uitgebuit in de sectoren landbouw, bouw en huishoudelijk werk, terwijl Portugezen vooral worden uitgebuit in de horeca, de landbouw en huishoudelijk werk.

Wat kinderarbeid betreft, wordt er in het verslag op gewezen dat dit in "zeer beperkte gevallen" voorkwam, voornamelijk in verband met de uitbuiting van Roma-kinderen bij bedelarij of dwang om eigendomsdelicten te plegen.

"Steeds vaker gebruiken netwerken van mensenhandelaars uit de landen ten zuiden van de Sahara het land als route naar het Schengengebied om kinderen uit te buiten in het kader van sekshandel of dwangarbeid", aldus het rapport.

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken is ook van mening dat "geweld tegen vrouwen, met inbegrip van huiselijk geweld, een probleem blijft" in Portugal, en herinnert aan vonnissen van rechtbanken die de straffen voor agressors matigen op basis van morele oordelen over het gedrag van de slachtoffers.