Op zesendertigjarige leeftijd werd bij de auteur Paul Kalanithi een inoperabele longkanker geconstateerd.

Hij stond op het punt een tienjarige opleiding tot neurochirurg af te ronden. Het boek verkent de overgang van het arts zijn en anderen helpen naar het worden van een patiënt die stervende is. Hij denkt ook na over het vaderschap, en het begin van de reis met zijn vrouw.

Al deze elementen doen je je leven afvragen, de keuzes, wat het leven de moeite waard maakt om voor te leven en wat het betekent om vader te zijn van een kind wanneer je leven het einde nadert.

De ene dag was hij een dokter die stervenden behandelde, de volgende dag was hij een patiënt die worstelde om te leven. We krijgen ook inzicht in zijn leven als dokter, en hoe hij, wanneer hij de diagnose kanker krijgt, nog steeds werkt en probeert zijn leven zo lang mogelijk te leven.
Helaas is de auteur overleden terwijl hij aan dit boek werkte. Dit feit komt hard aan als je zijn ontroerende woorden leest. Zijn woorden zijn zijn nalatenschap en vormen een leidraad voor iedereen die ze leest.

Zijn vrouw Lucy schreef het nawoord en het is ontroerend en droevig maar geeft je tegelijkertijd hoop.

Dr. Paul was een moedig man, hij schreef met eerlijkheid en zijn verhaal blijft je boeien.

Dit is een prachtig geschreven en tot nadenken stemmend boek. Sommige delen zijn moeilijk om doorheen te komen, maar ik raad je aan het hele boek te lezen om de bedoeling van de auteur volledig te begrijpen.