Uit de meest recente studie van de Europese Federatie voor Transport en Milieu (T&E in het oorspronkelijke acroniem), blijkt dat door Europa's gretigheid naar biobrandstoffen tussen 2010 en 2020 vier miljoen hectare bos zal zijn vernietigd, waardoor bijvoorbeeld 10 procent van wat er nog over is van 's werelds gunstige habitats voor orang-oetans zal zijn verdwenen.

In een verklaring over de studie herinnert de Portugese milieuvereniging Zero, die deel uitmaakt van T&E, eraan dat de richtlijn inzake hernieuwbare energie van 2010 voor elke lidstaat een streefcijfer voor de vervoerssector van 10 procent hernieuwbare energie tegen 2020 vaststelde, wat de vraag naar biodiesel op basis van soja- of palmolie, gewassen die niet langer alleen voor voedingsdoeleinden worden gebruikt, een impuls heeft gegeven.

Deze oliën worden voornamelijk in Azië en Zuid-Amerika geproduceerd.

Volgens het rapport heeft Europa sinds 2010 ongeveer 39 miljoen ton palm- en sojabiodiesel verbrand in zijn auto's en vrachtwagens, waarbij tot drie keer meer koolstofdioxide werd uitgestoten dan door de fossiele diesel die het verving.

Volgens T&E moet de Europese Unie (EU) de steun voor alle biobrandstoffen uit voedselgewassen in 2030 afbouwen. Zero stelt dat het essentieel is dat biobrandstoffen voornamelijk uit afval worden geproduceerd.

"Maagdelijke plantaardige oliën, zoals raapzaad, palm en soja, maakten in 2020 bijna 80 procent uit van de grondstof voor de productie van biodiesel in de EU, waarbij de totale vraag toenam ondanks dat de totale vraag naar brandstoffen daalde tijdens de pandemie," aldus de vereniging in de verklaring.

Zero, die zich beroept op officiële gegevens, zegt dat ook in Portugal de afgelopen zes jaar de nadruk op biobrandstoffen berucht is geweest, van afvalmaterialen zoals afgewerkte bak- en braadolie (59 procent in 2020), naar plantaardige oliën van eerste persing, in kleinere hoeveelheden.

Uit officiële gegevens blijkt dat voor het jaar 2020 in Portugal meer dan 32 miljoen liter palmolie is gebruikt, wat overeenkomt met meer dan 10 procent van de totale oliën die worden gebruikt voor de productie van biobrandstoffen, vier keer meer in vergelijking met 2017.

Francisco Ferreira, voorzitter van Zero, zegt, geciteerd in de verklaring, dat de toename van de vraag naar palmolie met destructieve gevolgen gebeurt zonder dat de consument het weet, en dat het essentieel is om "biobrandstoffen op basis van palmolie op korte termijn uit te bannen".

Portugal, zegt Zero, is enorm afhankelijk van de import van grondstoffen voor de productie van biodiesel, zelfs als het gaat om restmaterialen zoals afgewerkte bak- en braadolie, waarvan de nationale bijdrage slechts 10,7 procent bedraagt. Dit cijfer ligt ver onder het inzamelpotentieel en geeft aan dat er nog steeds veel afgewerkte olie in het riool wordt gegooid, wat ook negatieve gevolgen heeft voor het milieu.

Wat palmolie betreft, herinnert de milieuvereniging eraan dat de regering ermee heeft ingestemd om met ingang van 2022 beperkingen op te leggen aan biobrandstoffen die palmolie bevatten. Zij acht het van belang dat bij de omzetting van een Europese richtlijn inzake hernieuwbare energiebronnen deze beperking reeds wordt opgenomen.

Het is ook van essentieel belang, zo voegt het eraan toe, dat "in het licht van de beste huidige wetenschappelijke kennis duidelijk wordt bepaald dat het gebruik van andere niet-duurzame voedselgewassen voor de productie van biobrandstoffen niet langer mag worden gesteund, dat het gebruik van maagdelijke spijsoliën moet worden teruggedrongen en dat bijgevolg geavanceerde brandstoffen moeten worden bevorderd".

T&E is een niet-gouvernementele organisatie die 30 jaar geleden is opgericht en pleit voor een mobiliteitssysteem zonder kooldioxide-uitstoot.