De campagne van 2021 in het dorp, in de buurt van de stad Beja en "een van de grootste in de late bronstijd van het Iberisch schiereiland", is bedoeld om de werkzaamheden die sinds 2019 zijn uitgevoerd te voltooien, legde Miguel Serra, de wetenschappelijk directeur van de opgravingen, uit.

Deze werkzaamheden hebben het mogelijk gemaakt het tweede deel van de muur te ontdekken en nieuwe gegevens met betrekking tot de bezetting tijdens de IJzertijd te verzamelen.

Volgens Miguel Serra hebben de opgravingen, die op 2 augustus zijn begonnen en op 27 augustus eindigden, aan het licht gebracht dat het tweede deel van de muur zich in een "uitstekende staat van conservering" bevindt, wat "indruk" heeft gemaakt op de archeologen.

De staat van bewaring van het deel is te danken aan het feit dat het zich in een gebied van de site bevindt "dat in betere staat van bewaring verkeert en dat niet is aangetast door landbouwwerkzaamheden", in tegenstelling tot wat is gebeurd met het eerste deel, dat ongeveer 20 meter lang is en opgegraven tussen 2008 en 2013.

De tweede sectie, ongeveer acht meter lang en drie meter breed, "presenteert een 3000 jaar oude structuur en ingenieuze constructieve oplossingen", zoals kleiplatformen, gebakken klei hellingen en stenen muren, legde hij uit.

De structuur en sommige constructieve oplossingen van dit gedeelte verschillen van het eerste, wat aantoont dat de muur, die bijna twee kilometer lang is en de site bijna volledig omringt, "geen statisch project was", maar eerder een "dynamisch project".

Outeiro do Circo dig site

Volgens de archeoloog onderging het "verschillende renovaties gedurende zijn leven" en "kende het verschillende fasen die geassocieerd werden met gemeenschappen uit de Bronstijd".

"Het toont ook de grote bouwcapaciteit van de gemeenschappen uit de Bronstijd en het vermogen dat zij hadden om pragmatische oplossingen te vinden om de moeilijkheden te overwinnen", voegde hij eraan toe.

Net als in 2020 omvat de campagne van dit jaar ook opgravingen in een gebied binnen de site, die het mogelijk maken "andere dynamieken uit een latere periode te zien", namelijk uit de IJzertijd.

Met andere woorden, "een grotere aanwezigheid van materiële resten, vooral keramiek" - andere waren al in 2020 gevonden - en een structuur die archeologen nog niet "heel goed hebben kunnen begrijpen", zei hij.

De structuur, "een rij stenen parallel aan de muur en gevuld met gebakken klei", wordt nog steeds opgegraven, maar "het lijkt steeds duidelijker" te worden dat het uit de IJzertijd stamt.

Tot nu toe was deze tijd "zeer slecht gedocumenteerd in de Outeiro do Circo", waar "slechts" "wat restmateriaal" was ontdekt, maar de ontdekkingen maken het mogelijk "te zien dat de site, na verlaten te zijn in de Late Bronstijd, toch weer bewoond zal zijn geweest, ook al was het maar kort".

De verzamelde vondsten zullen moeten worden bestudeerd om "een beter inzicht te krijgen" in de "leefwijze van de gemeenschappen in de Bronstijd" en "de verschillende dynamieken" op de site, zei hij.

De Outeiro do Circo, met een oppervlakte van ongeveer 17 hectare, zou het grote centrum van de regionale macht zijn geweest vóór de stad Beja, die zich vanaf de IJzertijd ontwikkelde, in de 7e eeuw v.C. (vóór Christus).

De site is bekend sinds de 18e eeuw, was het onderwerp van een eerste wetenschappelijke studie in 1977 en is het onderwerp geweest van archeologische werkzaamheden sinds 2008 en tot dit jaar, in het kader van verschillende onderzoeksprojecten.