De symptomen van deze ziekte zijn een tintelend gevoel en gevoelloosheid in de handen, met een karakteristiek nacht- en ochtendritme. De patiënt wordt wakker met gevoelloze handen, of in een later stadium wordt de slaap onderbroken met gevoelloosheid en pijn in de handen. De eerste behandeling bestaat uit het plaatsen van nachtspalken, bij voorkeur op maat gemaakt, waardoor een operatie vaak wordt voorkomen of uitgesteld.

De diagnose wordt in principe door de specialist gesteld door observatie; elektromyografie is alleen nodig in geval van twijfel of om medisch-juridische redenen.

Chirurgie is aangewezen wanneer conservatieve behandeling faalt.

De alarmsignalen zijn er wanneer het gebrek aan gevoeligheid blijvend wordt, wat betekent dat een operatie dringend noodzakelijk is. Eén geval is wanneer de vezels van een zenuw zich verbinden en weer loskomen, de hand is dan gedurende enige tijd normaal. In andere gevallen verandert de gevoeligheid en in weer andere gevallen, wanneer de zenuwvezels geen verbinding meer maken en, als zij lange tijd losgekoppeld blijven, hun vermogen tot herstel verliezen, ontstaan onomkeerbare letsels en is het gebrek aan gevoeligheid blijvend en niet meer te herstellen.

De chirurgische behandeling bestaat uit het uitvoeren van een eenvoudige chirurgische ingreep, die onder plaatselijke verdoving, poliklinisch kan worden uitgevoerd. Deze operatie bestaat uit het doorsnijden van een ligament, het flexor retinaculum, dat het handwortelbeenkanaal afsluit, om de zenuw te decompresseren en zo de klachten van de patiënt te verhelpen.

Het herstel is snel, de mobiliteit en de beweeglijkheid gaan niet verloren en de patiënt kan alle activiteiten doen waarbij geen kracht nodig is. Kracht is de laatste functie die wordt hersteld. De patiënt verlaat de operatie met een groot verband dat het gebruik van zijn hand beperkt, maar op de tweede dag na de operatie wordt dit verband vervangen door een kleiner verband dat hem in staat stelt bijna alle dagelijkse activiteiten uit te voeren. De patiënt moet vermijden dat het verband nat wordt tot de 10e dag na de operatie; op dat moment wordt het verband verwijderd. De hechtingen vallen er spontaan af.

De patiënt wordt aangemoedigd om actieve mobiliteitsoefeningen te doen en oedeem (zwelling) te bestrijden door de hand op te tillen.

Wanneer beide handen betrokken zijn, wordt bilaterale chirurgie aangemoedigd. Patiënten aanvaarden dit idee aanvankelijk niet altijd. Bij navraag na de operatie zijn de meesten echter van mening dat het een goede optie is geweest. Het heeft het voordeel dat men minder lang hoeft te verzuimen, het is voordeliger en het herstel verloopt sneller omdat de handen niet meer gebruikt hoeven te worden.

Fysiotherapie is zelden nodig en terugval komt niet vaak voor.

Dr. João Paulo Sousa is Orthopedisch Chirurg en Coördinator van de afdeling HPA Health Group