Uit het verslag 2020 van de Europese Commissie over bosbranden, dat gebaseerd is op nationale verslagen, blijkt dat Roemenië het zwaarst getroffen was, gevolgd door Portugal, Spanje en Italië.

In het 21e jaarverslag over bosbranden in Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika, dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) van de Europese Commissie is gepresenteerd, wordt ook geschat dat het bosbrandseizoen van 2021 erger zal zijn, aangezien op de datum van publicatie van het verslag "bijna 500 000 hectare, waarvan 61 procent in bossen die jaren nodig zullen hebben om te herstellen, door de vlammen zijn verwoest".

Dit jaar "bevond ongeveer 25 procent van de verbrande gebieden in Europa zich in Natura 2000-gebieden, de reservoirs van biodiversiteit in de EU", en eind juni, het tijdstip dat gewoonlijk het begin van het brandseizoen markeert, was al ongeveer 130.000 hectare in vlammen opgegaan.

Uit het verslag blijkt dat branden niet langer alleen de zuidelijke staten treffen, maar nu ook een steeds grotere bedreiging vormen voor Midden- en Noord-Europa.

In een andere opmerking in het verslag wordt erop gewezen dat de gevolgen van de klimaatverandering steeds duidelijker worden, met volgens het document een duidelijk waarneembare trend van verhoogde brandrisico's, langere brandperioden en intensere "megabranden" die zich snel verspreiden en waartegen de traditionele brandbestrijdingsmethoden weinig kunnen uitrichten.