"Wij beschikken, via de confederaties die wij volgen, niet over een overzicht van de daadwerkelijke behoefte aan arbeidskrachten. De tijdelijke arbeidskrachten worden verdeeld en zullen dienen om de behoeften tussen de regio's in evenwicht te brengen", verklaarde Maria do Céu Antunes, in antwoord op de afgevaardigden, in de Commissie landbouw en zeevaart.

De regeringsfunctionaris wees er echter op dat er in bepaalde gebieden specifieke behoeften bestaan, bijvoorbeeld voor het verzamelen van kastanjes.

De leider van het Ministerie van Landbouw benadrukte dat er "weinig gemechaniseerde activiteiten" zijn, en verdedigde daarmee dat het noodzakelijk is een duurzaam model te stimuleren waarin het gebruik van arbeid in evenwicht is met mechanisatie.

Wat de arbeidsomstandigheden in Odemira betreft, verklaarde Maria do Céu Antunes dat zij een vergadering had gehad met de voorzitter van de Kamer en met enkele vertegenwoordigers van de sector om deze kwestie te bespreken.

Volgens de minister zijn er in de gemeente weliswaar "onjuiste praktijken" geconstateerd, maar zijn er ook goede voorbeelden, waaraan zij toevoegde dat de bevolking van Odemira dankzij de landbouwactiviteit sterk is gegroeid.

"Wij willen de voorwaarden scheppen voor een fatsoenlijke vestiging van gezinnen die ervoor kiezen om in Portugal en Odemira te wonen. We hebben de behoefte om tijdelijke verblijfplaatsen te creëren voor die gemeenschap, die in 2020 208 miljoen euro heeft geëxporteerd, die werk heeft gecreëerd, welvaart heeft gegenereerd", benadrukte zij.