Ronaldo, 36, die de Italiaanse ploeg Juventus in de zomer verliet voor Manchester United, is niet meer van het podium af geweest sinds 2010, toen de eerste drie plaatsen werden bezet door spelers van FC Barcelona (Messi, Andrés Iniesta en Xavi Hernández).

De Portugese international, die zijn opleiding genoot bij Sporting en ook speelde voor Real Madrid en Juventus, won in 2008, 2013, 2014, 2016 en 2017, werd tweede in 2007, 2009, 2011, 2012, 2015 en 2018, en was derde in 2019.

In 2020 werd de Ballon d'Or niet uitgereikt door het tijdschrift, vanwege de Covid-19 pandemie.

In de editie van dit jaar werd Bruno Fernandes (Manchester United) 21e, gelijk met de Argentijn Lautaro Martínez, terwijl Rúben Dias (Manchester City) 26e werd, eveneens gelijk met de Spanjaard Gerard Moreno en de Italiaan Nicolò Barella.

Messi blijft regeren

De Argentijn Lionel Messi was opnieuw de winnaar van de prijs. Hij behaalde zijn zevende titel en versloeg daarmee de Pool Robert Lewandowski.

De aanvaller, nu in dienst van de Franse club Paris Saint-Germain, leidde Argentinië naar de overwinning in de Copa América, in een competitie waarin hij naast de totale speeltijd (630 minuten) ook de beste speler, scorer en 'koning' van de assists was.

Op de tweede plaats eindigde spits Robert Lewandowski van Bayern München, die ook tot spits van het jaar werd uitgeroepen, terwijl de Italiaans-Braziliaanse Jorginho van Chelsea, dat tot club van het jaar werd verkozen, derde werd.

Wat de andere trofeeën voor mannen betreft, ging de prijs voor beste doelman naar de Italiaanse doelman Gianluigi Donnarumma, die AC Milan in de zomer verliet voor de Franse club Paris Saint-Germain (Troféu Yashin), en die voor beste speler onder 21 jaar naar de Spanjaard Pedri, van FC Barcelona (Kopa Trofee).

De Spaanse Alexia Putellas, die voor FC Barcelona speelt, won de Ballon d'Or voor vrouwen, als opvolgster van de Amerikaanse Megan Rapinoe.