In antwoord op Lusa verklaarde een officiële bron van de Zweedse belastingdienst dat zij "ongeveer 2.500 personen heeft geïdentificeerd die in Zweden beperkt belastingplichtig waren" omdat zij onder het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting vielen, en dat zij als gevolg van het aflopen van dit Verdrag "sinds 1 januari 2022 worden belast".

Dezelfde officiële bron wijst erop dat naast deze ongeveer 2.500 personen die reeds zijn geïdentificeerd, er een groep personen is, waarvan het aantal nog onbekend is, die nu hun inkomsten voor 2021 aangeven - het jaar waarin het verdrag nog van toepassing was - en die mogelijk ook in aanmerking komen om in Zweden te worden belast.

Het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Portugal en Zweden is op 31 december 2021 afgelopen en een van de meest onmiddellijke gevolgen daarvan was dat dit land het recht terugkreeg om belasting te heffen op in Portugal woonachtige Zweedse gepensioneerden wier pensioen wordt betaald door particuliere fondsen.

Voordat het verdrag afliep, heeft Zweden te kennen gegeven de voorwaarden ervan te willen herzien, omdat het het niet eens is met de belastingregeling die Portugal in het kader van de regeling voor niet-ingezetenen (RNH) toekent aan pensioenen die door andere landen worden uitgekeerd.

De onderhandelingen over deze herziening zijn in 2018 begonnen, en in mei van het daaropvolgende jaar is een protocol tot wijziging van het verdrag ondertekend. Omdat Portugal het protocol echter niet heeft geratificeerd, heeft het Zweedse parlement in juni 2021 unaniem ingestemd met de opzegging van het belastingverdrag dat het met Portugal had vanaf 31 december van dat jaar.

Nieuwe belastingsituaties

Het ontbreken van een belastingverdrag tussen de twee landen treft, volgens de belastingdeskundige en medeoprichter van het adviesbureau Ilya, Zweden die naar Portugal zijn gekomen in twee situaties. Zo, zegt hij, betalen gepensioneerden, die in Zweden 0% belasting betaalden, nu 25%. In Portugal zullen zij de heffing van 10% kunnen betalen (als zij zich na 2020 bij de RNH hebben aangemeld of voor deze nieuwe regeling hebben gekozen), die kan worden afgetrokken.

De tweede situatie, aldus dezelfde belastingdeskundige, betreft beleggers met dividenden, rente en royalty's uit Zweden. Bij ontstentenis van het verdrag zal hun belastingheffing aan de bron (d.w.z. in Zweden) niet langer beperkt tot de conventionele tarieven van respectievelijk 15%, 10% of 5%, maar gelden de binnenlandse tarieven.