Nuno begon zijn militaire dienst toen hij slechts 13 jaar oud was. Na de dood van Koning Ferdinand I van Portugal was zijn enige erfgenaam Beatriz, de vrouw van Jan I van Castilië. Om de Portugese onafhankelijkheid te behouden, steunden de edelen aan het hof de claim van de halfbroer van de overleden koning, Jan van Aviz, om de troon te bestijgen. Nuno Alvares werd op 24-jarige leeftijd benoemd tot Constable en Protector van Portugal. Allerlei tactieken werden gebruikt tegen het Castiliaanse leger dat Lissabon aanviel ter ondersteuning van Beatriz's claim, maar het was de pest die hen uit de weg ruimde.

Jan van Aviz werd tot koning uitgeroepen, maar dit leidde tot een invasie van de Castilianen onder leiding van Jan I, die nog steeds streed tegen de aanspraak van zijn vrouw.

In augustus 1385 leidde Alvares een overwinning op de Castilianen die een einde maakte aan de dreiging van annexatie.


Alvares was een zeer religieus man. Hij bouwde vele kerken en kloosters, waaronder de Karmelietenkerk in Lissabon en een andere kerk voor Onze Lieve Vrouw van de Overwinningen in Batalha.

Na de dood van zijn vrouw werd Nuno karmelietenbroeder in het Carmo-klooster dat hij in Lissabon stichtte. Hij werd bekend als Frei Nuno da Santa Maria. Hij leefde in het klooster tot aan zijn dood. In het laatste jaar van zijn leven werd hij bezocht door Koning Jan, die vond dat het Nuno was die hem op de troon zette en de onafhankelijkheid van Portugal redde.

Helaas ging zijn graf bij de aardbeving van 1755 in Lissabon verloren.

Zijn feestdag wordt gevierd op 6 november.