De nieuwe instructie die de bankentoezichthouder heeft gepubliceerd, vraagt banken, makelaars en andere financieringsmaatschappijen om meer gegevens over niet-ingezeten institutionele beleggers die aandelen, schuldpapier en deelnemingsbewijzen aanhouden, inzake de nieuwe regels die op 1 februari 2023 van kracht worden.

"Deze instructie beoogt de volgende wijzigingen in te voeren: de rapportage van aanvullende gegevens voor effecten die geen ISIN-code (International Securities Identification Number) hebben en voor niet-ingezeten beleggers, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan de rapportage van de Legal Entity Identifier (LEI) wanneer deze bestaat, met het oog op de eenduidige identificatie van effecten en beleggers", aldus het BdP.

Tot nu toe, zoals door Jornal de Negócios is uitgelegd, vereisten de rapportagemodellen alleen gegevens om de typologie en de regio aan te geven. Maar vanaf volgend jaar, en met de nieuwe gegevens die worden gevraagd, zal de toezichthouder in staat zijn om precies te weten wie de buitenlandse institutionele belegger is.

In de gepubliceerde instructie herinnert het BdP eraan dat de rapportage "van gedetailleerde informatie met betrekking tot effectentransacties en -posities, per belegger en per effect, is geregeld bij Instructie nr. 31/2005 van 15 november, waarbij Instructie nr. 15/99 van 15 juni is ingetrokken". Deze informatie heeft de toezichthouder in staat gesteld "de informatie te verkrijgen die nodig is voor de opstelling van statistieken, namelijk effectenportefeuilles, en heeft het in wezen mogelijk gemaakt aan de verplichting te voldoen".

Na verscheidene jaren lijkt het echter aangewezen deze instructie te herzien om er verbeteringen in aan te brengen die beantwoorden aan de behoeften die intussen in het proces van de opstelling van statistieken zijn vastgesteld en door de gebruikers van de verzamelde en geproduceerde informatie aan de orde zijn gesteld", aldus het BdP.