Uit gegevens van Eurostat blijkt dat Portugese gezinnen in 2021 slechts 9,8% van hun inkomen hebben gespaard, terwijl Ierland bovenaan staat.

Van de EU-lidstaten die tot de euro zijn toegetreden, hadden acht landen in 2021 een hogere gezinsspaarquote dan het EU-gemiddelde (16,9%). Dit zijn België, Oostenrijk, Luxemburg, Frankrijk, Slovenië, Duitsland, Nederland en, op de eerste plaats, Ierland (met een spaarquote van 24,3%), volgens gegevens van ECO.

Van de EU-landen die niet tot de euro zijn toegetreden, spaart Tsjechië het meest, namelijk 19,4% van het inkomen. Het land neemt daarmee de vierde plaats in de algemene tabel in. Zweden (18,1%) en Hongarije (17,4%) volgen.

Het gedrag van de huishoudens wordt door Eurostat geanalyseerd aan de hand van indicatoren die betrekking hebben op de bruto spaar- en investeringsquote, de verhouding tussen bruto schuld en inkomen en het netto financieel vermogen ten opzichte van het inkomen. Volgens het verslag is het EU-land met de laagste gezinsspaarquote Polen, met slechts 2,8%. Maar als we het hebben over de lidstaten die de euro als enige munt hebben, gaat het hoogtepunt naar Griekenland, waar gezinnen slechts 3,7% van hun inkomen sparen.

Volgens de geavanceerde gegevens neemt Portugal van alle lidstaten van de Europese alliantie de 20e plaats in, met huishoudens die slechts ongeveer 9,8% van hun inkomen sparen. Het land wordt daarmee het vijfde land in de EU waar gezinnen het minst sparen.