De EU-lidstaten hebben vorig jaar een voorlopig akkoord bereikt dat autofabrikanten dwingt de uitstoot van nieuwe auto's in 2030 met 55% te verminderen ten opzichte van 2021 en in 2035 met 100%.

Dit plan, dat deel uitmaakt van de inspanningen van het communautaire blok om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, betekent in feite dat de verkoop van nieuwe auto's die brandstoffen op basis van koolwaterstoffen, zoals aardolie, verbieden, meldde het agentschap Associated Press (AP).

Sommige landen, zoals Duitsland, hebben de Europese Commissie, het uitvoerend orgaan van de EU, gevraagd een uitzondering te maken voor auto's die zogenaamde "e-brandstoffen" verbranden, met het argument dat deze kunnen worden geproduceerd met behulp van hernieuwbare energie en koolstof die uit de lucht wordt gehaald, zodat er geen klimaatveranderende emissies meer in de atmosfeer terechtkomen.

De Duitse minister van Vervoer, Volker Wissing, zei dat de Europese Commissie geen voorstel heeft gedaan en dat Duitsland daarom het verbod dat door de EU wordt voorbereid, niet zal steunen.

Volker Wissing benadrukte dat synthetische brandstoffen zo snel mogelijk in grote hoeveelheden moeten worden geproduceerd om te voldoen aan de vraag naar auto's die vóór 2035 worden verkocht, alsmede vrachtwagens, schepen en vliegtuigen.

"De Europese Commissie moet een verordening voorstellen waardoor verbrandingsmotoren na 2035 kunnen worden geregistreerd als ze alleen met synthetische brandstoffen kunnen worden gevoed", verdedigde de Duitse minister in zijn verklaringen aan journalisten in Berlijn.

Deze kwestie heeft binnen de regering geleid tot een ideologische verdeeldheid tussen de liberaal-democratische partij Wissing en de milieubewuste groene partij, die voorstander is van een totaal verbod op verbrandingsmotoren.

De grootste oppositiepartij van Duitsland, de Christen-Democratische Unie (CDU), heeft zich ook verzet tegen een verbod op voertuigen met verbrandingsmotoren in de hele EU, omdat het de waardevolle auto-industrie van het land zou schaden.

Critici zeggen dat batterij-elektrische technologie beter geschikt is voor lichte auto's en dat kostbare synthetische brandstoffen alleen mogen worden gebruikt als er geen andere mogelijkheid is, zoals in de luchtvaart.

Benjamin Stephan van Greenpeace zei dat studies aantonen dat dezelfde hoeveelheid elektriciteit een batterijvoertuig vijf keer verder brengt dan een auto op synthetische brandstof.

"Deze inefficiënte en dure brandstof zal er niet toe doen voor auto's, zeker niet voor nieuwe auto's in 2035", verdedigde hij, eraan toevoegend dat de Duitse auto-industrie beter kan investeren in elektrische voertuigen.