Hoewel haar korte leven in duisternis werd doorgebracht, zou zij na haar dood op vierentwintigjarige leeftijd uitblinken als "de grootste heilige van de moderne tijd" (Paus Pius XXI). Zij trad op vijftienjarige leeftijd in het karmelietenklooster van Lisieux, nadat zij daartoe speciale toestemming had gekregen, omdat zij minderjarig was. Zij nam in de religie de naam aan van "Theresia van het Kind Jezus en van het Heilig Gezicht van Jezus". Ze leefde negen jaar als religieuze. Haar weg naar God vat ze samen als: 'alle vertrouwen en liefde'. De eenvoud van haar leven geeft haar een universele aantrekkingskracht. Zij werd in 1997 door Johannes Paulus II ingeschreven onder de artsen van de Kerk. Zij is de patrones van de buitenlandse missies.