Franciscus was een jonge edelman aan het hof van de koning van Spanje. Hij werd hertog toen hij pas drieëndertig was en leefde een gelukkig, vredig leven met zijn vrouw Eleanor en hun acht kinderen.

In tegenstelling tot zoveel andere machtige edelen was Franciscus een perfecte christelijke heer. Aan dit gelukkige leven kwam een einde toen zijn geliefde vrouw stierf. Franciscus deed iets waar alle edelen van Spanje versteld van stonden: hij gaf zijn hertogdom op aan zijn zoon Karel en werd priester bij de Jezuïeten.

Er kwamen zoveel mensen naar zijn eerste mis dat ze buiten een altaar moesten opzetten, maar zijn overste stelde hem op de proef door hem precies anders te behandelen dan hij al zijn eenenveertigjarige leven gewend was.

Hij die ooit een hertog was geweest moest de kok helpen, hout dragen voor het vuur en de keuken vegen.

Als hij eten serveerde aan de priesters en broeders, moest hij voor hen knielen en hen smeken hem te vergeven dat hij zo onhandig was!

Toch klaagde of mopperde hij nooit. De enige keer dat hij boos werd, was als iemand hem met respect behandelde alsof hij nog steeds een hertog was.

Credits: PA; Auteur: PA;

Het duurde niet lang voordat de nederige priester prachtige werken tot stand bracht voor Gods glorie, want hij predikte overal en adviseerde veel belangrijke mensen.

Hij verspreidde de Sociëteit van Jezus over heel Spanje en Portugal. Toen hij Algemeen Overste van de Jezuïeten werd, stuurde hij missionarissen over de hele wereld.

Onder zijn leiding groeiden de Jezuïeten uit tot een zeer grote hulp voor de Kerk in vele landen. Ondanks al dit succes bleef de heilige Franciscus Borgia volkomen nederig.

Feestdag: 10 oktober