Het hoofddoel van dit artikel is om te proberen enkele van de meest voorkomende twijfels op te helderen, in het licht van onze huidige kennis (mei 2021), om een snelle, effectieve en veilige vaccinatiecampagne te bevorderen.

Wat zijn, wat het risico op een allergische reactie betreft, de contra-indicaties voor de toediening van de momenteel beschikbare vaccins tegen SARS-CoV-2?

Volgens de huidige klinische richtsnoeren van het DGS worden de volgende contra-indicaties beschouwd: a) voorgeschiedenis van een bekende allergie voor een van de hulpstoffen in het toe te dienen vaccin of b) voorgeschiedenis van anafylaxie op een eerdere dosis van het vaccin tegen SARS-CoV-2.

Deze patiënten moeten met voorrang naar een immunoallergoloog worden verwezen, die ze zo spoedig mogelijk moet beoordelen om geschikte behandelingsalternatieven te vinden.

Bovendien moeten patiënten ook naar de kliniek voor immunoallergologie worden doorverwezen als zij in het verleden: a) anafylactische reacties op andere vaccins (dan SARS-CoV-2) hebben gehad; b) idiopathische anafylaxie hebben gehad; c) allergie voor hulpstoffen (zelfs die welke niet in de vaccins tegen SARS-CoV-2 aanwezig zijn) hebben bevestigd en d) systemische mastocytose of mestcelproliferatieve ziekten hebben gehad.

Komen allergische reacties op COVID-19-vaccins vaak voor?

Nee. Geschat wordt dat deze bij minder dan 1 op de 10.000 toedieningen van het vaccin voorkomen. De meeste van deze allergische reacties zijn mild en anafylactische reacties zijn uiterst zeldzaam. Net als bij elk ander geneesmiddel kunnen vaccins echter ongewenste bijwerkingen veroorzaken, die soms ten onrechte als allergieën worden geïnterpreteerd. De meest voorkomende bijwerkingen zijn plaatselijke reacties op de plaats waar het vaccin is toegediend, hoofdpijn, spier- of gewrichtspijn, koorts, vermoeidheid, misselijkheid en algehele malaise. Geen van deze symptomen is het gevolg van een allergische reactie en verdwijnen meestal spontaan binnen 3 dagen.

Kan een patiënt die allergisch is voor penicilline of ontstekingsremmers worden gevaccineerd?

Ja. Allergie voor penicilline of andere beta-lactamines en ontstekingsremmers zijn geen contra-indicaties voor de toediening van de momenteel beschikbare vaccins. Patiënten die allergisch zijn voor niet-steroïde ontstekingsremmers moeten echter hun allergoloog raadplegen, zodat zij weten welke medicijnen veilig zijn om te nemen als zich na de vaccinatie andere niet-allergische bijwerkingen ontwikkelen.

Kunnen patiënten met een ernstige voedselallergie gevaccineerd worden?

Ja. Na onderzoek van alle allergiegevallen die verband hielden met de toediening van vaccins tegen het SARS-CoV-2-virus, werd geen verband met voedselallergie vastgesteld.


Hebben patiënten met allergische rhinitis of astma een hoger risico op een allergische reactie op een SARS-CoV-2-vaccin?

Nee. Net als bij alle andere vaccins wordt echter aanbevolen dat alle allergische aandoeningen van de luchtwegen, met name astma, goed onder controle zijn wanneer de vaccinatie wordt toegediend.

Kunnen patiënten met een verminderde immuniteit het vaccin krijgen?

mRNA- en adenovirusvectorvaccins zijn geen levende vaccins en kunnen geen infectie veroorzaken. Daarom worden zij over het algemeen als veilig beschouwd voor toediening bij immuungecompromitteerde patiënten. Afhankelijk van de onderliggende pathologie kunnen sommige patiënten echter een verminderde immuungeheugenrespons op immunisatie ondervinden.

Dr. Pedro Morais Silva, Immunoalergoloog
HPA Alvor en Clínica Particular - AlgarveShopping (Guia)

Voor meer informatie, contacteer ons op:

E-mail: callcenter@grupohpa.com
Telefoon: 282 420400
Als u
van buiten Portugal belt: +351 282 420 400
Website: https://www.grupohpa.com/