Op beide gebieden houdt het overheidstekort sinds het eerste kwartaal van 2021 een neerwaartse trend aan en bedraagt het in de periode april-juni 6,8% in de eurozone en 6,2% in de EU.

Ook in de ketenvergelijking daalde het tekort van 2,5% van het bbp in de landen met de eenheidsmunt tot 2,3% in de 27 lidstaten als geheel.

Volgens de statistische dienst van de EU is de daling van de tekortquote in de eurozone toe te schrijven aan een grotere toename van de totale inkomsten in verhouding tot de totale uitgaven, alsook aan een hoger bbp in vergelijking met het eerste kwartaal van 2022.

De totale inkomsten en uitgaven bleven beïnvloed door het overheidsbeleid in reactie op de Covid-19-pandemie, maar in mindere mate dan in voorgaande kwartalen, aldus Eurostat.

Van de landen waarvoor gegevens beschikbaar zijn, vertoonden Portugal (3,0%), Nederland (2,4%), Litouwen (1,9%), Estland (1,8%), Denemarken (1,2%), Oostenrijk (1,0%) en Luxemburg (0,6%) een overschot op de overheidsrekeningen.

Malta (-6,6%), Spanje (-4,2%) en België (-4,0%) lieten in het tweede kwartaal de grootste overheidstekorten optekenen.