Het ontstaan van multidisciplinaire groepen die zich met dit onderwerp bezighouden, de ontwikkeling van onderzoek en wetenschappelijke publicaties en de verspreiding van specifieke aanbevelingen door sommige internationale genootschappen, bevestigen dat dit ongetwijfeld een "hot topic" is wat de oncologie betreft.

Er bestaat algemene consensus over het feit dat het regelmatig beoefenen van lichaamsbeweging, vooral wanneer dit gepaard gaat met andere gezonde levensgewoonten, het risico op het ontwikkelen van verschillende soorten kanker, zoals darm- en borstkanker, vermindert. Bovendien heeft lichaamsbeweging, zelfs na de diagnose, meerdere voordelen aangetoond. In 2014 heeft de European Society for Medical Oncology aanbevolen dat lichaamsbeweging moet worden beschouwd als een standaardzorg voor alle overlevenden van kanker. Het beschikbare bewijs tot nu toe laat een verbetering zien in het niveau van kwaliteit van leven, evenals in de controle van verschillende symptomen, zoals vermoeidheid, angst en depressie. Wat vermoeidheid betreft, is het belangrijk op te merken dat dit een van de meest voorkomende symptomen bij kankerpatiënten is (ongeveer 50%) en dat de behandeling ervan wordt bemoeilijkt door een multifactoriële etiologie en de schaarste aan therapeutische opties. Op dit gebied is lichaamsbeweging een van de weinige doeltreffende interventies gebleken en wordt het sterk aanbevolen.

Ondanks de bekende voordelen van lichaamsbeweging blijft men zich echter zorgen maken over de vraag hoe veilig en doeltreffend het voorschrijven van lichaamsbeweging kan worden gepersonaliseerd, in een populatie die zo heterogeen en klinisch veeleisend is als die van kankerpatiënten, vooral die welke chemotherapie ondergaan (CT).

De internationale aanbevelingen zijn dat het voorschrijven ervan door een multidisciplinair team (oncoloog, cardioloog, kinesitherapeut of inspanningsfysioloog) moet gebeuren en dat bij de controle van de training rekening moet worden gehouden met de belangrijkste analytische en klinische toxiciteiten. Deze twee uitgangspunten geven vertrouwen en verhogen de therapietrouw van de patiënt.

Naast een toegewijd team kunnen de specifieke kenmerken van patiënten die chemotherapie ondergaan, namelijk het risico van neutropenie en infectie, en een grotere klinische kwetsbaarheid, een meer gecontroleerde trainingsomgeving vereisen. In deze gevallen is de algemene sportschool misschien niet de meest geschikte.

Tegelijkertijd zullen patiënten die geïnformeerd zijn over de voordelen voor de gezondheid, meer gemotiveerd zijn en zich beter aan het plan houden, en actief persoonlijk toezicht houden op mogelijke complicaties. Deze toename van de oncologische geletterdheid zal een grotere en betere betrokkenheid van de patiënt bij de discussie, de bepaling van de doelstellingen en de besluitvorming mogelijk maken.

Tenslotte zal de ontwikkeling van gedegen kennis, steunend op zorgvuldig opgezette studies die rekening houden met de kenmerken van de patiënt, de oncologische ziekte en het opleidingsplan, het mogelijk maken vooruitgang te boeken in programma's die aan elk individu zijn aangepast en die beantwoorden aan de behoeften en doelen van elke patiënt.

Wijzigingen in het patroon met betrekking tot de beoefening van lichaamsbeweging bij kankerpatiënten zijn aan het verschuiven en zijn reeds aan de gang, maar het is aan de gezondheidswerkers om het wetenschappelijk en technisch plan voor de uitvoering ervan adequaat uit te stippelen en aan de patiënten om te eisen dat het in de praktijk wordt gebracht.