De FUCP kondigde aan dat onderzoekers numerieke en ecologische modellen ontwikkelen en ecotoxicologische tests uitvoeren om te voorspellen "hoe sedimenten in de diepzee zullen worden getransporteerd" en om hun effecten op zeeorganismen te evalueren.

Het "meest directe en verwachte" gevolg van diepzeemijnbouw is de aanwezigheid van sedimentpluimen, die vrijkomen tijdens het mijnproces en zich over grote afstanden kunnen verspreiden, "waardoor de troebelheid van de waterkolom toeneemt en organismen op kilometers afstand van de oorspronkelijke vervuilingsbron kunnen worden aangetast".

Onderzoekers zullen tests uitvoeren om deze effecten vast te stellen met behulp van een hyperbare kamer, waarmee ze diepzeeomstandigheden zoals druk en temperatuur kunnen simuleren.

Miguel Santos, professor aan de Departamento de Biologia da FUCP, verklaarde dat er "een grote angst bestaat over de gevolgen die mijnbouw kan hebben op ecosystemen", en voegde eraan toe dat "er veel internationale druk is om exploratie uit te voeren".

"Ons doel is om inzicht te krijgen in bijvoorbeeld de gevolgen in termen van habitatvernietiging en de effecten van de sedimentpluim, om de autoriteiten te helpen bij het ontwikkelen van geschikte risicobeheer- en beoordelingsmaatregelen", verklaarde Miguel Santos, die ook onderzoeker is bij het Centro Interdisciplinar de Investigação Marinha e Ambiental (CIIMAR) van de Universidade do Porto.

De referentie van het project zijn de Azoren, een regio "zeer gewild om zijn hulpbronnen", die een "grote biodiversiteit en unieke ecosystemen met potentiële biomoleculen van biotechnologisch belang" hebben.

De FUCP legde uit dat om een overhaaste start van diepzeemijnbouw te voorkomen, er moratoria zijn ingesteld om deze procedures te voorkomen totdat een analyse van de ecologische, sociale en economische risico's is afgerond.

Het project heeft de medewerking van de Universidade dos Açores, het Instituto Português do Mar e Atmosfera (IPMA) en CIIMAR, met een financiering van €25 duizend door de Fundação para a Ciência e Tecnnologia.

Dit project loopt tot eind 2024.