We wendden ons tot Europa. De kastelen en geplaveide straten, standbeelden van koningen - stille getuigen van een grootse geschiedenis - hadden onze harten gestolen. Musea en paleizen lokten ons terug, om nog maar te zwijgen van stokbrood en croissants. En Brie en Bordeaux. Maar ik dwaal af.

Er waren ook overwegingen, zoals de kosten van levensonderhoud en de verbijsterende online aanvraagprocedure voor een verblijfsvisum. Om eerlijk te zijn, waren we ook huiverig voor stakingen. Mijn echtgenoot en ik waren allebei wel eens gestrand aan de ene of de andere kant van de oceaan door problemen met de luchtvaartmaatschappij of de spoorwegen...ehm...problemen.

We overwogen Spanje, maar Portugal was een betere optie. Vanwege de etniciteit van mijn man zouden we snel het staatsburgerschap krijgen. (Die snelle route werd een langzame boot, maar dat is een ander verhaal).

In september 2012 kwamen we aan op het platteland bij Braga en brachten we zes maanden door in een 200 jaar oud stenen huisje. Daarna verhuisden we naar een appartement aan zee in Esposende. Vervolgens verbleven we in de buurt van het kasteelstadje Penela in het prachtige huis van een Britse expat die zijn pensioen liever besteedde aan het rondrijden van zijn Honda Africa Twin moto over de hele wereld.

Later, toen we ten noordwesten van Lissabon in Mafra woonden, bezochten we het beroemde Nationaal Paleis zo vaak dat ik me aanbood als gids. Ze zeiden dat ze al een Engelssprekende gids hadden, dus ik stelde voor om het in het Frans te doen. (Dit was een overschrijding van mijn capaciteiten en gelukkig sloegen ze dat aanbod ook af).

Moe van het huren gingen we op zoek naar een huis om te kopen. Mafra was prijzig. Dus kochten we een quinta in de kersenhoofdstad van het land, Fundão. Drie jaar lang voelden we ons er thuis en we maakten zelfs goed gebruik van de wijngaarden die ze al lang niet meer hadden onderhouden en produceerden wijn en eau de vie. Het leven was goed.

Toen, kort na elkaar, eindigde het dienstverband van mijn man en begon de pandemie. In oktober 2020 hadden we de quinta verkocht en verhuisden we naar een autocaravana.

Op een camping in Lagos ontmoetten we een Zweeds stel dat aan het winkelen was voor een huis in Portugal. Ze zeiden dat ze klaar waren met het koude weer. Geen probleem voor ons, zeiden we. We waren skiërs die in Noord-New Hampshire en de Rocky Mountains hadden gewoond. Van het ene gesprek kwam het andere en binnen een week zat ik in het vliegtuig naar Stockholm.


Betaalbaar huis

In twee dagen vond ik een betaalbaar huis. Een traditionele boerderij uit 1906, knalrood geschilderd, deuren en ramen wit afgezet, in een dichtbebost gebied in Midden-Zweden, tegenover een schilderachtig meer. We verhuisden naar het gebied met de hoogste populatie ezels in het land. De eigenaresse van het huis vertelde dat ze op een zomer wakker werd en beren zag zonnen in de tuin.

Hoewel dat tijdens onze wacht nooit gebeurde, werden we wel getrakteerd op kleine en grote waarnemingen van wilde dieren, waaronder elanden. Op een keer, terwijl de tonen van Händels Messiah door het huis zweefden, hoorden we buiten een klagend gejammer. Toen we door het raam keken, zagen we een enorme vos op vijf meter van onze voordeur, met zijn kop naar achteren, die perfect meezong met het Hallelujah Chorus.

Credits: Afbeelding meegeleverd; Auteur: Tricia Pimental;

Verschillen

Er waren verschillen tussen het leven in ons nieuwe land en het oude. Zweden heeft elk ongeveer tien miljoen inwoners en is vijf keer zo groot als Portugal. Naar de stad rijden om boodschappen te doen duurde een uur in plaats van tien minuten. Er zijn meerdere bergketens, drie zeeën, de eilanden van de archipels en meer dan 96.000 meren.

De Portugezen begroeten elkaar meestal met knuffels en/of kussen. De Zweden niet, hoewel er wel van je wordt verwacht dat je elkaar de hand schudt als je iemand voor het eerst ontmoet. Portugezen kunnen zwijgzaam overkomen, maar als je met iemand begint, kun je uren praten. Zweden houden zich liever niet bezig met koetjes en kalfjes en noemen het kallprat, letterlijk "koud geklets". Controversiële onderwerpen worden afgekeurd. In een gesprek van dichtbij is praten over het weer aanvaardbaar, maar alleen kort, anders kun je worden beschouwd als pladdrig, of "babbelend".

Er zijn wel overeenkomsten op het gebied van eten en drinken, met in beide landen een voorliefde voor varkensvlees en vis. Als pizzaliefhebber en Mexicaanse keukenjunkie hield ik van de wildgroei aan kebabpizza's en het grote salsa-assortiment in de supermarkten dankzij de geliefde Taco Fridays.

Geen enkele zichzelf respecterende inwoner slaat zijn dagelijkse fika-koffie en cake over - maar we misten het alomtegenwoordige café op de hoek dat je in Portugal in elke aldeia vindt. Rode wijn in dozen is hier net zo populair als in Portugal, maar is alleen verkrijgbaar in een staatswinkel en kost drie keer zoveel.

Uiteindelijk vonden we de vele maanden sneeuw en ijs te uitdagend. Afgelopen maart kwam mijn man binnen met weer een armvol hout voor onze gietijzeren kachel en kondigde simpelweg aan: "Ik wil hier niet nog een winter doorbrengen."

Ironisch genoeg was onze aanvraag voor het Portugese staatsburgerschap goedgekeurd toen we in Scandinavië waren. Toen we ervoor kozen om terug te keren, gingen we echt naar huis.


Author

Native New Yorker Tricia Pimental left the US in 2012, later becoming International Living’s first Portugal Correspondent. The award-winning author and her husband, now Portuguese citizens, currently live in Coimbra.

Tricia Pimental